Leesboeken

Thuis eten we apentaart

Bang
Achmed is bang om naar school te gaan. Hij is bang dat er iets gebeurt wat de meester niet zint. In de klas probeert hij heel stil te zijn. Hij steekt zijn vinger niet meer op. Hij maakt zich zo klein mogelijk in de hoop dat de meester hem niet ziet. In de hoop dat hij niet meer bestaat voor de meester.
Hij voelt zich onzeker. Als er vorig jaar iets gebeurde op het schoolplein, dan kon hij altijd naar meester Mark. Maar toen Peter hem vanmorgen uitschold voor makak, kon hij niet naar zijn meester. Nee, dat zou te gek zijn. De meester zou hem toch niet helpen. Misschien gaf hij Peter wel gelijk. Misschien lachte hij Achmed zelfs uit.
Marokkanen terug naar huis  had de meester op zijn spandoek staan. Mijn huis is hier, denkt Achmed. Ik heb geen ander huis. Marokko is een ver, warm land om op vakantie te gaan.
‘Achmed!’ zegt de meester opeens.
Achmed schrikt op. Hij verstijft. Hij weet niet wat de meester gevraagd heeft. Hij heeft de les niet gevolgd. En de meester heeft het natuurlijk in de gaten. Met een koele blik kijkt hij op Achmed neer.
‘Heb je niet opgelet?’ vraagt hij.
‘Nee,’ fluistert Achmed zonder op te kijken.
‘Nee, wie?’
‘Nee, meester.’
‘Dan blijf je tijdens de pauze in de klas!’
Achmed voelt dat alle ogen op hem gericht zijn. Hij wou dat hij nu zo klein werd als een vlieg. Of liever een wesp. Dan kon hij de meester steken. Recht tussen zijn boze ogen. Tot hij scheel keek.
De meester gaat eindelijk verder met de les. Hij herhaalt de vraag die hij daarnet aan Achmed heeft gesteld. Achmed hoort het weer niet. Hij kan er echt niets aan doen. Hij kan zijn gedachten niet bij de les houden.
Achmed blijft zitten, terwijl iedereen naar buiten gaat. Lusteloos staart hij voor zich uit. Vanuit zijn ooghoeken ziet hij Wim en Maarten langskomen. Hij kijkt hen niet aan. Ook niet als Wim hem vriendschappelijk in zijn arm knijpt. Hij haalt opgelucht adem als iedereen buiten is. Nu maar hopen dat de meester niet terugkomt. Hij wil niet alleen zijn met de meester.
Eindelijk heeft hij geluk vandaag. De meester komt pas na de pauze terug naar de klas. Uitgelaten gaan de kinderen naar hun plaats. Achmed peutert aan zijn gum. Met zijn nagels haalt hij er kleine stukjes af. Ook als een nagel afbreekt, gaat hij ermee door. Hij kijkt niet op.