Artikels

“Jan en Jan”, ontroerend kinderverhaal van Bettie Elias

Jan Hoet en zijn vogel: ode aan kinderverdriet

“Toen ik zes jaar was, heb ik in onze tuin een gewonde ekster gevonden. Mijn vader heeft die vogel verzorgd en enkele weken later weer vrijgelaten. Maar hij keerde steeds terug naar onze tuin. Die vogel was mijn vriend. Hij ging vaak mee naar school en kon spreken. Hij zei Jan, méér niet. Maar na twee jaar was hij er opeens niet meer - van de ene dag op de andere was hij gewoon verdwenen. Daar heb ik heel hard van afgezien.”

Met die anekdote uit zijn kindertijd in Geel antwoordde Jan Hoet op de vraag of hij ooit het ultieme kinderverdriet had ervaren. Het verhaal in Humo inspireerde Bettie Elias, vaste waarde in de Nederlandse kinderliteratuur met boeken als “Een vreemd gevoel in mijn buik” en “Thuis eten we apentaart”, tot een nieuw verhaal, “Jan en Jan”.

Haar Mechelse uitgeverij “Bakermat” riep gisteren, bij het verschijnen van dit bijzondere boek - een “ander geluid” - over de promotor van hedendaagse kunst, o.a. de “Dokumenta” vorig jaar, de pers bijeen in Brussel. Naast Jan Hoet zelf en de schrijfster was ook Anne Westerduin daar, die het verhaal sierde met fijne tekeningen. Hoet had er meteen een woord van lof voor. De kleine Jan Hoet noemde zijn ekster, nu al 50 jaar geleden, ook Jan. Tussen beiden groeide een hechte vriendschap. Maar, zoals verteld, kwam er een dag dat Jan afscheid moest nemen van zijn nieuwe vriend. Dat deed hem veel pijn.

 

 

Want welk kind heeft niet ooit eens te maken met het ultieme kinderverdriet?

Bettie Elias zei gisteren dat ze de anekdote gesneden brood vond voor een nieuw kinderboek: “Want welk kind heeft niet ooit eens te maken met het ultieme kinderverdriet? Even belangrijk is voor mij de vriendschap tussen Jan en Jan. Jan is de middelste van zeven kinderen en dat is een eenzame positie. De vriendschap met zijn vogel is daarom zeer belangrijk. Ze vult een diepe behoefte in. De keerzijde is natuurlijk dat het verdriet eens zo sterk is, wat volwassenen vaak onderschatten.”

Zij deelde ook mee dat ze voor het schrijven van dit boek geen contact had gezocht met Jan Hoet. Gisteren, in Brussel, ontmoetten zij elkaar voor het eerst. Bettie Elias: “De anekdote bevatte voor mij elementen genoeg om een boek te schrijven. Ik heb bewust abstractie gemaakt van de persoon Jan Hoet. Want zolang ik hem voor ogen had als mediafiguur kon ik mij niet inleven in de gevoelswereld van kleine Jan. Ik heb wel twee kenmerken, typerend voor Jan Hoet, gehandhaafd, zijn geestdrift en vasthoudendheid. Zijn vriendschap met de vogel domineert alles.”

Jan Hoet was blij verrast bij het ontvangen van het eerste exemplaar. De controversiële mediafiguur legde de nadruk op de doorslaggevende betekenis van de eigen kindertijd voor iemands persoonlijkheid. Ontroerd vertelde hij over zijn vader, die een grote vogelliefhebber was: “Hij kon 'schuifelen' als vele vogelsoorten.” Hij zag veel van zichzelf in de solitaire ekster, die andere vogels wegjaagt, maar zich toch weet te handhaven. Hij noemde Bettie Elias' boek, waarin hij zichzelf herkende, “het schoonste geschenk dat ik ooit gekregen heb”. Een gevoelige vondst was het voorlezen van enkele passages uit “Jan en Jan” door een derde, kleine Jan, de zevenjarige van Kelst uit Mechelen.

Bettie Elias bereikt zeer veel lezertjes. Soberheid, helderheid en vooral een ongemeen vermogen om zich in de gevoelswereld van de kinderen in te leven, kenmerken haar verhalen. De scènes waarin Jan met zijn vogel optrekt en van hem geniet zijn ontroerend mooi. Illustratrice Anne Westerduin treft de innige vriendschap tussen Jan en zijn vogel in intimistische prenten.

Gazet van Antwerpen
E.V.