Artikels

Vluchtelingenproblematiek uitgebreid in de kijker op de boekenbeurs

“Meer dan honderd mensen uit mijn dorp zijn dood. We werden geslagen en als je niet luisterde, zou je sterven.” De elfjarige Seki Saiti uit Kosovo is één van de dertig vluchtelingenkinderen uit asielcentra die gisteren afzakten naar de Boekenbeurs. Daar deden ze hun vaak schrijnend relaas.

Het waren gisteren vooral erg pijnlijke verhalen die het publiek te horen kreeg op de Boekenbeurs. Meer dan dertig vluchtelingenkinderen uit Antwerpse en Limburgse asielcentra woonden de voorstelling bij van het 26e boek van jeugdauteur Bettie Elias.

Met haar nieuwe jeugdboek ‘Weg’ snijdt Elias opnieuw een actueel thema aan en beschrijft ze vluchtelingenproblemen door kinderogen. ‘Weg’ vertelt het verhaal van Dinar die met zijn moeder en zusjes op de vlucht gaat voor het geweld in Kosovo. Hij komt terecht in Europa, in een land dat wel eens het onze zou kunnen zijn. Dan begint de onzekerheid of ze kunnen blijven of teruggestuurd worden.

Het boek kwam er op vraag van vluchtelingencentra. “De trauma’s en ellende die de kinderen er soms moeten verwerken, is vreselijk”, aldus Elias. “Ik ben de sfeer in asielcentra gaan opsnuiven. Vanuit de indrukken die ik daar heb opgedaan, is het boek tot stand gekomen.”

 

Het is niet mijn taak om een statement af te leveren. Kinderen zijn best wel in staat zelf een mening te vormen.

 

Ondanks het delicate thema neemt de schrijfster zelf nooit een standpunt in als het over vluchtelingenpolitiek gaat. “Je wordt geconfronteerd met de politiek van het gastland of het dilemma rond economische vluchtelingen maar het is niet mijn taak om een statement af te leveren. Kinderen zijn best wel in staat zelf een mening te vormen.”

De vluchtelingenkinderen die gisteren op de Boekenbeurs waren, hadden elk hun verhaal. Al wilde ze dat niet allemaal even graag kwijt. “Logisch”, meent Elias. “Ze hebben gruwelijke dingen meegemaakt en bij elk van hen heerst er onzekerheid. Wie weet worden ze morgenochtend uit hun bed gehaald en moeten ze terug naar hun thuisland. Ze moeten hier de draad weer oppikken maar dat is niet evident. Het boek kan alvast een eerste aanzet zijn om mensen aan het denken te zetten.”

Zahra, 10 jaar, Sint-Truiden

“Nooit in Kosovo wonen”

“Ik was nog heel klein toen we plots naar België kwamen. Mama heeft nooit verteld waarom.” De tienjarige Zahra vluchtte vier jaar geleden samen met haar ouders naar Sint-Truiden. Vandaag wil ze nooit meer terug. Of toch? “Alleen als het is om met vakantie te gaan”, zegt ze. “En om mijn familie terug te zien. Maar ik zou er nooit willen wonen.”
Zahra verblijft samen met de elfjarige Kosovaar Banoshi in het Truiense asielcentrum. “Ik weet niet waarom we naar hier gekomen zijn”, vertelt hij. “Eerst hebben we nog even in Duitsland gewoond, daarna zijn we naar België verhuisd. In Kosovo was het alleszins niet zo prettig.”

Seki, 11 jaar, Kapelle

“Ik was buiten aan het spelen. En plots riep mijn mama dat we moesten vertrekken.” De 11-jarige Seki Saïti uit Kosovo vertelde gisteren moedig haar verhaal. Twee jaar geleden vluchtte ze met haar ouders naar België. Vandaag verblijft ze samen met haar broers en zusjes in een asielcentrum in Kapelle.

“Nooit wil ik nog terug”, zegt ze. “Daar hadden we alleen maar problemen. De ‘piraten’ lieten ons constant werken en als we niet luisterden, werden we geslagen of moesten we sterven. Ik zou liever niet meer terug moeten, maar de kans blijft bestaan. We amuseren ons hier. Intussen spreek ik al Frans, Nederlands, Joegoslavisch en Sloveens.” Twee jaar geleden verloor Seki haar zusje in Kosovo. “Heel veel mensen die ik goed kende, zijn er niet meer. Dat doet pijn. Maar hier, in België, hebben we het goed.”

Het Nieuwsblad
D.H.